BIJLAGE I.
Gang van zaken die heeft geleid tot forse vordering van de heer V. Evers ( tot 1 juli 2007 in dienst NHV,) aan het NHV bij ontbinding arbeidsovereenkomst,(waarbij de kantonrechter nog rekening heeft gehouden met de financiële positie van het NHV)
In augustus 2003 wordt de heer V. Evers (langdurig) ziek.
In februari 2004 treedt nieuw verbondsbestuur aan. Er is een interim-directeur vanuit NOC/NSF. Deze legt plannen voor, die in april 2004, door Verbondsbestuur en afdelingsvoorzitters in bijeenkomst worden onderschreven.
Blijkbaar wil het Verbondsbestuur de aangegeven richting niet in, waardoor de interim-directeur besluit zijn werkzaamheden te (willen) beëindigen.
Het Verbondsbestuur (VB, de heren Bosveld, Stienen, Pietersen.Bouman, Sligting) slaan een andere richting en geven aan Mercuri Urval ( de werkgever van Stienen, die op dat ogenblik voorzitter wil worden) een opdracht. Op 21 juli 2004 wordt verslag uitgebracht. Het rapport is niet openbaar.
De opdracht ( niet geformuleerd in het verslag) luidde (afleidend): “ Ondersteuning te leveren bij het wijzigen van de structuur van het verbondsbureau, de opstelling van functiebeschrijvingen en competentieprofielen, het assessen van de kandidaat- leidinggevenden en sleutelfunctionarissen in de nieuwe organisatie en het opstellen van persoonlijke ontwikkelingsplannen voor alle medewerkers.â€Â
Het doel moet zijn:†te komen tot een klantvriendelijk, efficiënter en effectiever werkend verbondsbureau, wat tevens een bezuiniging in personele zin kan/ moet opleveren.â€Â
( Mercuri Urval: “Als het op bezuinigingen aankomt kan de rapportage van de onlangs vertrokkene interim-directeur – dat komt tot een mogelijke bezuiniging van Euro 130.000- uitkomst bieden.â€Â).
Het verslag van Mercuri Urval speelt een belangrijke rol bij de ontbindingsprocedure van de arbeidsovereenkomst van de heer V. Evers. Ook in een ontbindingsprocedure van de arbeidsovereenkomst met de medewerkster M. van Not sprak de kantonrechter zich in gelijke bewoordingen uit.
Het verbondsbestuur (VB) wordt herhaaldelijk in opeenvolgende vonnissen van onderscheiden rechters (Delft, Utrecht, Amsterdam (2x) ) op de vingers getikt. Dit leverde een maximale verwijtbaarheidsfactor op aan het adres van dit verbondsbestuur (en zijn directie).
Ten aanzien van aanstelling nieuwe directie (oktober 2004):
- 2 hoofdige directie: F. Stienen en B. Spaai.
Uit brief van NHV (E. Bosveld, voorzitter en B. Spaai, wnd. Directeur) aan afdelingsvoorzitters, afdelingsbureaus, verbondscommissies en werk- en projectgroepen ( brief van NHV,28 oktober 2004/ kenmerk 15.01.1028)
“Het verbondsbestuur heeft gezien de onverantwoord hoge werkbelasting op directieniveau en het gegeven dat het niet reëel is te verwachten dat op korte- en/of lange middenlange termijn de huidige directeur Vince Evers zijn werkzaamheden weer kan oppakken besloten per 1 december Frans Stienen aan te stellen als Directeur. Aan de besluitvorming is een zorgvuldig proces voorafgegaan waar ook de huidige directeur (Vince Evers) en de waarnemend
directeur (Ben Spaai) bij betrokkene zijn geweest. Laatstgenoemde zal per 1 december de functie van adjunct-directeur bekleden en in overleg met Frans Stienen tot een nadere invulling van taken en verantwoordelijkheden komen.â€Â
(….)
“Met Vince Evers is het Verbondsbestuur in overleg om tot een correcte afhandeling van zaken te komen rekeninghoudende met de grote verdienste die de heer Evers voor de handbalorganisatie heeft gehadâ€Â.
Getekend,
E. Bosveld B. Spaai
Voorzitter waarnemend directeur.
Op 11 oktober 2004 had de heer Evers nog gemeld in het kader van re-integratie werkzaamheden te willen verrichten, waarop de verbondsvoorzitter aangaf zich hierover te beraden.
Op 21 oktober 2004, meldt de verbondsvoorzitter aan de heer Evers dat hij een ander type directeur wil hebben.
Maanden gaan voorbij, totdat het NHV besluit een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in te dienen.
Op 7 november 2005 spreekt de Kantonrechter te Delft in een tussenvonnis uit, dat beide partijen tijdens een schorsing overeenstemming dienen te bereiken over een re-integratiespoor en dat indien er geen overeenstemming wordt verkregen, dat zij zal overgaan tot een forse schadevergoeding van het NHV aan Evers. Omdat de verbondsvoorzitter tijdens de schorsing verdween is de zitting aangehouden tot 24 november 2005. Op de dag van de zitting trekt het NHV het verzoek tot ontbinding in.
De arbeidsovereenkomst blijft in stand.
In 2005 komt de heer Evers nog voor een bedrag van bijna Euro 80.000 op de loonlijst. (3 directieleden zijn er dan op de loonlijst).
Bij het ontstaan van de vacature voor een nieuwe directeur, door het snelle vertrek van de heer F. Stienen, heeft de heer V. Evers bij dagvaarding van 8 november 2006 een onmiddellijke voorziening gevorderd tot (gedeeltelijke) terugkeer.
Op 20 november 2006 heeft een eerste mondelinge behandeling plaatsgevonden bij de
De zaak is toen aangehouden om partijen in de gelegenheid te stellen na te gaan of zij hun geschil in der minne zouden kunnen oplossen.
“Omdat het NHV daartoe geen enkele mogelijkheid zag, is de mondelinge behandeling voortgezet op 22 december 2006.â€Â
Vonnis Kantonrechter Amsterdam (zaaknummer KK 06-1008):
De Kantonrechter gaat o.a. uit van de volgende feiten:.
“Het bestuur van het NHV, dat ontevreden was over het functioneren van de interim-directeur ( ter vervanging van de zieke V.Evers, pr)heeft met ingang van 1 december 2004 tot opvolger van Evers zijn bestuurslid F.P.C.J.G. Stienen benoemd en een van de managers tot adjunct-directeur.â€Â
“Op grond van de resultaten van zijn onderzoek is het UWV tot het oordeel gekomen dat het NHV voor Evers niet voldoende en geschikte re-integratieinspanningen had verrichtâ€Â.
“Bij verzoekschrift van 6 oktober 2005 heeft het NHV aan de Kantonrechter te Delft verzocht de arbeidsovereenkomst van partijen te ontbinden wegens gewichtige redenen bestaande uit een onherstelbare verstoring van de verhoudingen van partijen ten gevolge van het geschil over de re-integratie van Evers.â€Â
Enz.
Het verweer van het verbondsbestuur op het verzoek van Evers om (gedeeltelijk) terug te keren was:
“Het bestuur –kortgezegd – voert primair aan dat het NHV niet gehouden is Evers binnen de eigen organisatie te re-integreren, aangezien hij in zijn functie van directeur niet goed heeft gefunctioneerd en inmiddels door de gang van zaken in de afgelopen jaren de verhoudingen volledig verstoord zijn geraakt. Subsidiair werpt het bestuur op dat het directeurschap full time vervuld moet worden en Evers met zijn beperkte arbeidsgeschiktheid hiertoe niet in staat is.â€Â
De beoordeling van de Kantonrechter:
o.a.
“Buiten kijf staat dat het bestuur van het NHV, vanaf medio 2004, toen Evers weer in staat was te re-integreren in zijn functie van directeur, in feite stelselmatig geweigerd heeft hem dat mogelijk te maken ondanks fervente pogingen om het bestuur daartoe te bewegen en dat het bestuur hem evenmin in de gelegenheid heeft gesteld binnen de eigen organisatie om een andere wijze te re-integreren en dat ook pertinent weigert. Kennelijk vanwege de gerede kans dat de Kantonrechter te Delft het verzoek van het NHV tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van partijen zou weigeren, heeft het bestuur dat verzoek ingetrokken en zijn medewerking gegeven aan re-integratie van Evers bij derde.â€Â
“Naar het oordeel van de kantonrechter moet de vraag of het NHV hierdoor in strijd gehandeld heeft met de verplichtingen die op het NHV als werkgever jegens Evers rustte, en of het NHV door pertinent te weigeren Evers alsnog binnen de eigen organisatie te re-integreren nog steeds in strijd met die verplichtingen, bevestigend beantwoord worden.â€Â
“Uit het rapport van Mercuri Urval, dat opgemaakt is, nadat Evers al circa een half jaar wegens ziekte was uitgevallen en zijn functie door een volgens het bestuur slecht functionerende interimdirecteur werd waargenomen- kan die conclusie niet worden getrokkenâ€Â.
“Dat door het stelselmatig verwijtbaar tekortschieten van de werkgever Evers zich genoodzaakt zag een raadsman in de arm te nemen en juridische stappen te ondernemen, waardoor inmiddels de verhoudingen verstoord zijn, kan het bestuur alleen maar zichzelf verwijten.â€Â
De hoofdvordering van Evers wordt afgewezen, omdat de Kantonrechter stelt dat het vervullen van een directiefunctie door een parttimer een beslissing daarover bij uitsluiting door het bestuur kan worden genomen.
“De gehele opstelling van het NHV in de afgelopen jaren billijkt op zich genomen dat Evers onderhavige procedure tegen het NHV aangespannen heeft. Dat rechtvaardigt dat zijn beide nevenvorderingen, ondanks de afwijzing van de hoofdvordering, wel worden toegewezen.â€Â
Aldus, de Kantonrechter Amsterdam, 29 december 2006 (KK-06-1008).
Vonnis, Kantonrechter Amsterdam, dd. 19 april 2007 ( zaaknummer: EA 07-607).
Verzoek van Evers tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst
Teneinde een herhaling van overwegingen te voorkomen, worden belangrijke beoordelingen weergegeven.
De Kantonrechter:
“ In principe belet niets de werknemer, die de arbeidsovereenkomst wil beëindigen, ontslag te nemen. Aan de werknemer die ontslag neemt is door de wet niet de mogelijkheid toegekend deswege een vergoeding te vorderen van zijn werkgever. In principe is er geen reden anders te oordelen ingeval de werknemer ontbinding vraagt.
Dit kan anders liggen indien de werknemer door toedoen van de werkgever in een situatie geraakt, waarin van vruchtbare arbeid geen sprake meer kan zijn en hem niets anders rest dan te vertrekken.
Indien in een dergelijke situatie de werkgever geen stappen onderneemt om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, ligt het voor de hand dat de werknemer het initiatief neemt en kan er reden zijn hem een vergoeding toe te kennen. “
(….)
De Kantonrechter kan op grond van de vastgestelde feiten tot geen andere conclusie komen dan dat het NHV heeft gefaald waar het gaat om de re-integratie van Evers.
(….)
Geconstateerd moet dan worden, daarvan uitgaande, dat in het geheel niet is komen cast te staan waarom het vertrouwen in Evers is weggevallen. Het rapport van Mercuri Urval bevat, althans in het aan de kantonrechter ter hand gesteld exemplaar, een zinnetje – Evers zou niet in staat zijn geweest kloven te overbruggen – voorwaar een flinterdunne motivering.†(…)
Kortom voor het gebrek aan vertrouwen ontbreekt ieder spoor van onderbouwing en zulks dient voor de hoogte van de vergoeding consequenties te hebben.â€Â
“Het behoeft geen toelichting dat de opstelling van het NHV (….) in- en externe re-integratie heeft uitgesloten respectievelijk in hoge mate heeft bemoeilijkt. Dit valt het NHV ernstig aan te rekenen.â€Â
(….)
“Tevens zal de Kantonrechter bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding rekening houden met de behandeling welke Evers sedert 2004 heeft ondervonden. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding heeft de kanonrechter tenslotte de financiële mogelijkheden van het NHV niet uit het oog verloren.â€Â
De Kantonrechter beslist:
“ de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 juni 2007 te ontbinden. En hij kent aan Evers toe een bedrag van Euro 175.000,00 bruto alsmede Euro 15.000 als immateriële schadevergoeding.â€Â
Uit vonnis Kantonrechter,lokatie Utrecht,d.d. 3 februari 2005: Zaaknummer EJ VERZ 04-5826, in naam der Koningin.
Verzoekschrift ontbinding arbeidsovereenkomst NHV- mevr. Van der Not:
De Kantonrechter:
“Hoewel het in een procedure als de onderhavige niet met zekerheid is vast te stellen, is op zijn minst genomen de kans aanwezig dat het rapport van Mercuri Urval naar een vooraf bepaalde uitkomst is toegeschreven en Van Not aldus is weggereorganiseerd ten gunste van de heer Spaai. De Kantonrechter neemt daarbij ook in aanmerking, dat de huidige directeur van NHV, de heer Stienen, zelf afkomstig is van Mercuri Urval, wat in de ogen van de kantonrechter wel enige afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van het rapportâ€Â(….).
“Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende komen vast te staan dat de functie van Van Not zou zijn vervallen als gevolg van een naar objectieve maatstaven noodzakelijk te achten reorganisatieâ€Â
“Ten aanzien van de oorzaak van de verstoring van de arbeidsverhouding is onvoldoende gebleken dat de relatie tussen Van Not en haar medemanager Spaai te wensen overliet, maar dat Spaai erin is geslaagd het bondsbestuur aan zijn zijde te krijgenâ€Â.
“Aangezien Van Not geen verwijt te maken valt, zal in verband met de ontbinding van de arbeidsovereenkomst een vergoeding aan haar worden toegekend.â€Â
“Niettemin zal de vergoeding aan Van Not hoger worden vastgesteld dat met het oog op de leeftijd en diensttijd van Van Not in normale gevallen gebruikelijk is, enerzijds met het oog op de door het NHV aangevoerde argumenten, waarvan de juistheid op zijn minst twijfelachtig is.â€Â
De Kantonrechter kent haar een schadevergoeding toe van Euro 30.000 en (voor 2005) nog een bedrag van drie maanden salaris (inclusief vakantietoeslag), hetgeen neerkomt op een bedrag van Euro, zoals NHV in jaarrekening 2005 (onder personeelslasten en niet uit het reserverisicofonds) heeft geboekt van Euro 51.477.
SAMENVATTEND:
Dit verbondsbestuur, onder voorzitterschap van de heer E. Bosveld en met directeur F. Stienen, heeft door (slechts) twee ontbindingsprocedures, waarvan de onderscheiden Kantonrechters grote vraagtekens zetten bij de handelwijze van het verbondsbestuur ( en het bureau Mercuri Urval) alleen al een bedrag van Euro 320.000 (exclusief juridische kosten,andere personele kosten zoals lease-contract tot 31 december 2006) betaalt aan vergoedingen. Hiervan is Euro 129.000 ten laste van de jaarrekening 2005 gekomen.
De mede- verantwoordelijke directeur is al vertrokken (“Het handbal is mij lief en ik zal er voor gaanâ€Â,zei hij ooit!). De werkbelasting van de directie is thans blijkbaar aanzienlijk minder groot, bij de benoeming van een nieuwe directeur.
Uitspraak van de Verbonds Straf- en Protestcommissie inzake het geschil tussen de heer A.C. van Born, Erelid en Lid van Verdienste van het NHV, aanhangig gemaakt op 28 november 2005. (Dossiernummer 0506-072)
Inhoud van het geschil:
“Omdat het verbondsbestuur van mening is dat het optreden van de heer Van Born jegens het verbondsbestuur schade berokkent aan het imago van het NHV en dat de heer Van Born zijn positie als erelid/ lid van Verdienste anders heeft ingevuld dan adviserend, hetgeen het verbondsbestuur niet ondersteunt, heeft het verbondsbestuur doen besluiten de heer Van Born niet meer in te zetten als representant van het NHV, hetgeen voor de heer Van Born betekent dat hij niet meer wordt ingezet als rapporteur.â€Â
“De heer Van born is van mening dat er vrijheid van meningsuiting in woord en geschrift bestaat en dat hij als Erelid/ Lid van Verdienste het recht heeft tijdens de Algemene Verbondsvergadering vragen te stellen en een adviserende stem uit te brengen.â€Â
In de statuten van het NHV staat vermeld dat een erelid/Lid van verdienste het recht heeft om tijdens de algemene verbondsvergadering het woord te voeren en een adviserende stem uit te brengen. De heer Van Born heeft dit gedaan. Blijkbaar op een manier die het Verbondsbestuur niet ondersteunt en daarom nam het VB een besluit, dat tot het geschil heeft geleid.
De VSPC:
“Uit de voorliggende stukken blijkt niet dat ter genoemde vergaderingen (AVV van 18 december 2004 en 25 juni 2005) corrigerende maatregelen zijn genomen in het kader van de vergaderorde.â€ÂDe VSPC vindt de toelichting, dat de heer Van Born een invulling geeft aan zijn rechten, die het verbondsbestuur niet ondersteunt, te algemeen, te weinig expliciet.
(….)
Het effect van de maatregel (tegen de heer Van Born) van het Verbondsbestuur heeft het karakter van een tuchtrechtelijke maatregel.
(….)
De VSPC is van mening dat het onderhavige besluit van het Verbondsbestuur in alle redelijkheid niet in stand kan blijven.
Aldus vastgesteld op 21 december 2005. (Er is door het Verbondsbestuur geen beroep ingesteld).