Bondsbestuur

Reactie

Bezoekadres

Sportcentrumlaan 6

6136 KX Sittard

h.geerdink@nhv-limburg.nl

www.nhv-limburg.nl

limburg@handbal.nl

046 - 4526264

Geachte bestuurderen,

Hierbij ontvangt u een door het afdelingsbestuur NHV Limburg verzonden brief die is

gericht aan het Bondsbestuur. U ontvangt deze brief ter kennisgeving.

Nederlands Handbal Verbond

T.a.v.:

_____________________________________________________________________

datum

Onderwerp

e-mailadres

27 mei 2010

ons kenmerk

contactpersoon

telefoonnummer

2010 - HG - 049

J.W. Geerdink

0475 - 534560

____________________________________________________________________________

Geacht bestuur,

Het seizoen 2009-2010, dat langzamerhand ten einde loopt, is binnen het NHV tot nu toe een

zeer turbulent seizoen gebleken. Met name de afgelopen maanden zijn er binnen het NHV veel

zaken voorgevallen, die niet alleen tot verbazing hebben geleid, maar die zelfs op onbegrip

stuiten bij het bestuur van het NHV Afdeling Limburg (het afdelingsbestuur).

Middels dit schrijven vragen wij u hier uitdrukkelijk aandacht voor. Daarnaast willen wij

hiermee een duidelijke handreiking doen naar u toe, om te zien, of de ontstane situatie door

persoonlijk overleg, in de toekomst wellicht ten goede kan worden gekeerd. U geeft immers

aan dat u vindt, dat de diverse besturen binnen het NHV elkaar niet moeten “gijzelen” en

evenmin “met elkaar in een loopgravenoorlog verwikkeld moeten zijn”.

In het navolgende zullen wij ingaan op enkele pregnante onderwerpen. Er spelen evenwel

teveel zaken om in dit schrijven te behandelen. Vandaar, dat noodgedwongen een keuze is

gemaakt, om de omvang van dit schrijven binnen aanvaardbare proporties te houden.

Naar één NHV

De algemene ledenvergadering van het NHV Afdeling Limburg heeft in 2009 besloten, dat

vooralsnog géén intentie werd uitgesproken om te komen tot één NHV en daarmee tot

opheffing van de rechtspersoonlijkheid van de Afdeling Limburg. Desondanks is toen

uitdrukkelijk aangegeven, dat de Afdeling Limburg in de kern genomen, niet tegen het traject

naar één NHV was, maar, dat een standpuntbepaling hieromtrent pas zou worden ingenomen,

op het moment, dat er voldoende informatie was om een afgewogen keuze te kunnen maken

tussen opheffing, dan wel handhaving van de rechtspersoonlijkheid. In het bijzonder is toen

aangegeven, dat op zijn minst de personele en financiële consequenties helder moesten zijn,

nu onder meer het afdelingsbestuur werkgever is van een drietal werkneemsters. In dat

verband is aangeboden, om ook actief te participeren in de voorbereiding van het

verandertraject.

Correspondentie

Postbus 63

6130 AB Sittard

Verder is destijds aan Henk van Vliet aangegeven, in zijn hoedanigheid van bondsvoorzitter,

dat onder de verenigingen binnen de Afdeling Limburg een grote mate van gereserveerdheid

heerste ten opzichte van de wijze, waarop door de bondsbesturen met de beschikbare

financiële middelen werd omgegaan.

De uiteindelijke keuze, al dan niet de rechtspersoonlijkheid op te heffen, wordt in de optiek

van het afdelingsbestuur, in belangrijke mate bepaald door de vraag, of het bondsbestuur er

daadwerkelijk in slaagde (en slaagt) om over de jaren 2009 en later een exploitatieoverschot te

presenteren.

Als uitvloeisel van onder meer het Limburgse standpunt, dat de personele en financiële

consequenties van het traject naar één NHV in kaart gebracht dienden te worden, heeft de

Afdeling Limburg loyaal bijgedragen in de éénmalige ledenbijdrage, die noodzakelijk was voor

het aanvullend onderzoek en de aanvullende begeleiding door Twynstra Gudde. De kosten ad

€ 30.000,00 waren hoog, maar in de optiek van de Afdeling Limburg noodzakelijk om

uiteindelijk te kunnen komen tot een afgewogen oordeel omtrent de eventuele opheffing van

de rechtspersoonlijkheid.

Groot is dan ook onze verbazing, dat u in uw notitie van 7 mei jl. zonder enige ruggespraak met

de afdelingsbestuurders, althans met ons, aankondigt, dat u de samenwerking met Twynstra

Gudde zult gaan beëindigen. Nog afgezien van het feit, dat wij zeker niet onderschrijven, dat

de ingestelde projectgroepen, die door Twynstra Gudde werden begeleid, weinig meerwaarde

zouden hebben, zijn wij van mening dat het beëindigen van de samenwerking met Twynstra

Gudde in onze optiek ruim € 30.000,00 aan kapitaalvernietiging met zich meebrengt.

Daarnaast is kostbare tijd verspeeld, noodzakelijk om te komen tot een gedegen en

zorgvuldige afweging van de diverse keuzemogelijkheden. In genoemde notitie van 7 mei 2010

presenteert u daarom een aangepast, geforceerd tijdpad om alsnog te komen tot definitieve

besluitvorming in het kader van de eerste fase van het verandertraject naar één NHV. Gelet op

het ongebruikt laten verstrijken van de afgelopen maanden, zijn wij van oordeel dat dit

“afraffelen” van de besluitvorming thans niet gerechtvaardigd is. Het door u te presenteren

visiedocument wordt naar verwachting kort voor de bondsvergadering gepresenteerd, zodat

dit document niet meer behandeld kan worden tijdens de afdelingsvergadering in Limburg.

Verder wordt het ons als afdelingsbestuur haast onmogelijk gemaakt om dit document

voorafgaande aan de bondsvergadering plenair te bespreken alsmede om met de

bondsafgevaardigden hieromtrent overleg te plegen. Zodoende verzoeken wij u om het

visiedocument te behandelen tijdens een latere bondsvergadering.

Exploitatietekort 2009 NHV Centraal

In 2008 is met het aantreden van het bondsbestuur onder leiding van Henk van Vliet door het

afdelingsbestuur uitdrukkelijk aangegeven, dat de Afdeling Limburg onder géén enkel beding

een exploitatietekort zou accepteren. Het feit dat u als bondsbestuur thans tijdens de

komende bondsvergadering een jaarrekening over het jaar 2009 presenteert met een

substantieel exploitatietekort, is voor ons aanleiding om te dien aanzien middels dit schrijven

ons ongenoegen te uiten.

Daarbij komt, dat ons misnoegen mede wordt veroorzaakt door het feit, dat wij via notities van

de Financiële Commissie (FC), in plaats van de penningmeester, respectievelijk via het

bondsbureau, moesten vernemen, dat het jaar 2009 zou worden afgesloten met een

exploitatietekort.

Daar waar het bondsbestuur verlangt dat wij als afdelingsbestuur in het kader van eenheid van

beleid mede het landelijk NHV-beleid uitdragen, is een eerste vereiste dat u regelmatig met

ons communiceert zodat wij als eerste via u en niet via derden moeten vernemen dat het NHV

wederom op een exploitatieverlies afstevent.

Begroting 2010 NHV Centraal

Vanuit de Afdeling Limburg is herhaaldelijk aangegeven dat weliswaar de ambities zoals

neergelegd in het Meerjaren beleidsplan (MJB) werden gesteund, maar wel met het

uitdrukkelijk voorbehoud dat de uitvoering hiervan diende te blijven binnen de financiële

spankracht van het NHV. Als gevolg hiervan, hebben wij u er herhaaldelijk op gewezen, dat de

éénmalige contributieheffingen per lid van € 9,00 in 2010 en ten minste € 6,25 in 2011, die

financiële spankracht ruimschoots te boven zou gaan.

Dit allereerst, gezien de huidige economische crisis en de daaruit voortvloeiende gevolgen

zoals onder andere het geheel of gedeeltelijk wegvallen van subsidies, sponsorgelden en

contributie-inkomsten. En daarnaast, gelet op de specifieke omstandigheden binnen het NHV,

zoals het herstel van het eigen vermogen en allerhande kosten verbonden aan het

verandertraject naar één NHV, inclusief de kosten van een personele reorganisatie en de

noodzakelijke, eerste rekening-courant dotatie.

Tijdens de regionale bijeenkomst van 9 april 2010 in Heerlen is ook wel gebleken, dat het

afdelingsbestuur het standpunt van de meerderheid van de (aanwezige) Limburgse

handbalverenigingen heeft verwoord. Verder is het afdelingsbestuur tijdens de overige

regionale bijeenkomsten in het land, gebleken, dat Limburg bepaald géén uitzonderingspositie

inneemt nu ook binnen de overige afdelingen veel weerstand heerst tegen de éénmalige

contributieheffingen, alsmede, dat het contributieniveau binnen NHV door veel verenigingen

als te hoog wordt ervaren. De enquête van de bondsafgevaardigden Paul Ramakers en Ed

Toussaint onderstreept deze constatering.

Gelet hierop, is het voor ons onbegrijpelijk dat u desondanks – en geabstraheerd van de

juridische bezwaren (zie hierna) – hebt gemeend om de behandeling van de begroting 2010

tijdens de bondsvergadering van 19 april jl. door te zetten. Juist in de aanloop naar het

verandertraject naar één NHV zou je verwachten dat een begroting wordt gepresenteerd die

op consensus berust en die landelijk breed wordt gedragen. In plaats daarvan krijgt de

bondsvergadering een controversiële begroting voorgeschoteld, die nota bene nog niet eens

sluitend is nu ten onrechte een verhoging van de bondscontributie per 1 januari 2010 is

ingecalculeerd.

Wij zijn dan ook van oordeel dat u op dit punt ons als afdelingsbestuur niet serieus wenst te

nemen. Dit, terwijl wij u dringend hebben verzocht om die begroting niet in stemming te

brengen.

Incasso bondscontributie

Zoals reeds aangekondigd in ons schrijven van 10 mei 2010, komen wij hierbij in het bijzonder

terug op het incasseren van de éénmalige heffing van bondscontributie ad

€ 9,00 per 30 juni 2010 alsmede op de heffing van de bondscontributie met ingang van het

seizoen 2010-2011.

In aanvulling op onze vorenstaande opmerkingen ten aanzien van de begroting 2010, zijn wij

als afdelingsbestuur van oordeel dat de vaststelling van de begroting 2010 en daarmee de

éénmalige heffing van bondscontributie ad € 9,00 per lid per 30 juni 2010 een nietig besluit

van de bondsvergadering vormt dat door de leden van NHV genegeerd kan worden nu het

immers géén rechtskracht heeft.

Verder is het bewuste besluit tijdens de bondsvergadering van 19 april jl. niet met

meerderheid van stemmen aangenomen, althans, zijn de stemmen, zoals uitgebracht door de

twee bestuurders van NHV Afdeling Noord, ongeldig, hetgeen ook terstond na het uitspreken

van het oordeel van de voorzitter, over de uitslag van de stemming,

is medegedeeld en nadien is herhaald namens het afdelingsbestuur, zodat sprake is van een

geldige en tijdige betwisting van de uitslag van de mondelinge stemming.

Gelet hierop, zal het afdelingsbestuur dan ook géén uitvoering geven aan de incasso van de

éénmalige heffing van bondscontributie ad € 9,00 per lid per 30 juni 2010. Het

afdelingsbestuur heeft zich hierdoor voor de keus geplaatst gezien om, hetzij de incasso van

bondscontributie c.a. per 01 juli 2010 terug te geven aan u, hetzij de incasso van

bondscontributie te blijven continueren, zonder dat daarbij uitvoering werd gegeven aan het

afdragen van voornoemde éénmalige heffing van € 9,00 per lid.

De laatstgenoemde optie impliceert, dat niet langer meer sprake is van eenheid van beleid

binnen het NHV. Sterker nog, die optie behelst in feite het gebruik van hindermacht, zoals door

Twynstra Gudde beschreven in het rapport terzake de bestuurlijke verhoudingen binnen het

NHV. Indien u als bondsbestuur de betreffende heffing van ons wenst te ontvangen, zult u zich

daartoe tot de burgerlijke rechter moeten wenden.

Alhoewel het afdelingsbestuur van oordeel is, dat zij in alle rust en kalmte een dergelijke

gerechtelijke procedure tegemoet kan zien, omdat de kans op succes tijdens zo’n procedure

voor het NHV Afdeling Limburg zich thans als meer dan gemiddeld laat inschatten alsmede

haar kosten stukken lager liggen dan de kosten voor NHV Centraal, is het afdelingsbestuur van

oordeel, dat de belangen van het handbal in zowel Limburg alsook daarbuiten, niet gediend

worden door procedures tussen het NHV Afdeling Limburg en NHV Centraal. Verder zou alsdan

sprake zijn van een doorkruising van de eenheid van beleid zoals door NOC*NSF wordt

voorgeschreven.

Gelet hierop, kiest het afdelingsbestuur voor de optie om de incasso van bondscontributie c.a.

per 01 juli 2010 terug te geven aan u als bondsbestuur. Op grond van artikel 10 lid 2 van de

Statuten van het NHV dient overigens het bondsbestuur, en niet het afdelingsbestuur, zorg te

dragen voor de inning van bondscontributie c.a., zodat dezerzijds voortaan wordt afgezien van

onze rol in de bemiddeling, inning en doorbetaling van de contributies van de Limburgse

verengingen aan NHV Centraal.

Het NHV Afdeling Limburg verzoekt derhalve het bondsbestuur de inning van deze

bondscontributies ingaande 01 juli 2010 zelf uit te voeren. Het voordeel van deze innig is, dat

de penningmeester verder geen bemoeienis meer heeft over de hoogte en wijze van betalen.

Ook het risico van niet betalen wordt daardoor gelegd waar het hoort.

Met ingang van 01 juli 2010 zal nog slechts de jaarlijkse bijdrage aan Sportlink door de NHV

Afdeling Limburg worden geïncasseerd ten behoeve van NHV Centraal. De reden hiervoor is,

dat het gebruik van Sportlink redelijkerwijs niet valt te splitsen in een deel dat ten laste komt

van de Afdeling Limburg en een deel dat gedragen dient te worden door NHV Centraal.

Tijdens de eerstkomende afdelingsvergadering zal het afdelingsbestuur naar de leden toe

communiceren, dat met ingang van 01 juli 2010 het NHV Afdeling Limburg géén bemoeienis

meer heeft met de incasso van bondscontributie c.a., afgezien van de incasso van de jaarlijkse

Sportlink-bijdrage. Wij adviseren u dan ook dringend om tijdig zodanige maatregelen te

treffen, dat u de incasso van de bondscontributie over kunt nemen. Het spreekt in dit verband

voor zich dat contributienota’s gedateerd 01 juli 2010 of later, door ons niet langer

geaccepteerd zullen worden. In voorkomende gevallen zullen dergelijke nota’s retour worden

gezonden met het verzoek om toezending van een creditnota.

Standpuntbepaling door verenigingen

Nu de éénmalige heffing van bondscontributie ad € 9,00 per lid per 30 juni 2010 zonder

rechtsgevolg is, is het aan de individuele verenigingen binnen de Afdeling Limburg om te

bepalen of zij desondanks vrijwillig deze bijdrage voldoen. Het NHV Afdeling Limburg zal op dit

punt volstaan met het desgevraagd mededelen van het standpunt van het afdelingsbestuur,

zoals dat hiervoor is weergegeven. Van bemiddeling tussen vereniging en bondsbestuur kan

door het afdelingsbestuur, onder de gegeven omstandigheden, géén sprake zijn.

Tot slot

Wij realiseren ons dat u onderhavig schrijven eerst zorgvuldig zult willen bestuderen en intern

bespreken. Daarvoor hebben wij alle begrip. Nadat u daartoe bent overgegaan, gaan wij er van

uit dat u oog zult hebben voor onze handreiking om onderhavig schrijven persoonlijk met u te

bespreken. Daartoe nodigen wij u graag uit voor een bespreking op ons afdelingsbureau te

Sittard. Doet u ons een voorstel voor enkele data en tijdstippen waarop dit voor u mogelijk is?

In het vertrouwen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd en in afwachting van uw

berichten verblijf ik.

Met sportieve groet,

Namens het bestuur van het

NEDERLANDS HANDBAL VERBOND

Afdeling Limburg

J.W. Geerdink (secretaris)