AGBonsen

agbonsen@xs4all.nl

0575 546474

06 44657119

Aan de leden van het bondsbestuur NHV, de directie NHV, de bondsafgevaardigden en afdelingsbesturen NHV

Zutphen, 27 juli ’10

Betreft: Verontrusting nu

Geachte heer/mevrouw,

U hebt een functie binnen het NHV en vanuit de verantwoordelijkheid van deze functie spreek ik u aan.

De huidige ontwikkeling van zaken op diverse terreinen baart grote zorgen.

Als voorzitter van de commissie die leden voor dit huidige bondsbestuur heeft mogen zoeken, zie ik thans zaken passeren, die vanuit mijn optiek, de ontwikkeling naar een sterk en gezond NHV in de weg staan en die ik niet verwacht had te moeten constateren.

Ik moet u bekennen dat ik de laatste maanden met steeds meer verbazing en ergernis de uitkomsten van bijeenkomsten bezie: ik constateer een bondsvergadering die somtijds chaotisch en zonder daadkrachtige besluitvorming verloopt, ik zie een gebrek aan communicatie en duidelijke informatieverstrekking, een gebrek aan vertrouwen tussen diverse partijen, ik zie het ontbreken van een inhoudelijk goed voorbereide bondsvergadering, ik constateer het niet nakomen van toezeggingen op diverse terreinen kortom, we bevinden ons haast in een bestuurlijke anarchie.

Wie daar debet aan is, is niet een enkele persoon, een bondsafgevaardigde, een directielid of een bondsbestuurder maar een combinatie van allerlei factoren gevoed door een voortdurende ergernis en een gebrek aan wederzijds respect van diverse partijen.

Het over en weer vliegen afvangen tijdens een bondsvergadering, het verketteren van elkaars standpunten en het gebrek aan wilskracht om deze impasse, die ons allen raakt, te doorbreken doet het NHV zowel naar externen als internen geen goed.

In het verleden heb ik diverse malen een verkiezingsprogramma mogen schrijven en tegelijkertijd was ik mij terdege bewust van de beperkte mogelijkheden die elk programma in zich heeft. Een dergelijk programma heeft grofweg een levensvatbaarheid van 2 jaar aangezien de omstandigheden, mogelijkheden en een aantal negatieve ontwikkelingen van invloed zullen zijn.

En wanneer vervolgens de onderhandelingen voor een college worden gevoerd, drinkt menigeen een glas hoofdpijn – wijn met één simpel doel de verwezenlijking van een groot deel van je verkiezingsprogramma.

In dergelijke onderhandelingen gaat het om het gegeven waar kun je elkaar vinden, met in achtneming van partijpolitieke verschillende uitgangspunten.

Krijgen we een kabinet met paars – plus of centrum – rechts?

De vraag is nu wie is binnen het NHV vandaag nog in staat de bindende factor te zijn die de verschillende uitgangspunten c.q. zienswijzen binnen het verbond tot een gemeenschappelijk concreet plan van aanpak weet te smeden. Een plan waarbij een ieder vanuit zijn /haar verantwoordelijkheid zal moeten geven en nemen met als overduidelijk uitgangspunt een sterk en solide gevoerde geldstroom waarbij de Kloet – norm (een strenge budgetbewaking en overschrijdingen binnen de eigen portefeuille eerst zelf oplossen) de leidraad zal moeten zijn.

Een van de zaken die mij vanuit bestuurlijk oogpunt zeer stoort is de berichtgeving rondom de posities van het directeurschap.

Dat dhr. Spaai op twitter een bericht op 11 juni rondstuurt waarin je kunt lezen dat “Het is mooi geweest. De bestuurlijke handbalwereld is mij te vermoeiend. Tijd voor een nieuwe uitdaging” is op zichzelf al een merkwaardig feit wat vragen oproept (zeker als op de bondsvergadering van 12 juni daar geen mededeling over wordt gedaan) om vervolgens te begrijpen dat 2 leden van het bondsbestuur zich hebben gekandideerd voor de positie van een directeur.

Ik heb n.a.v. hiervan de directe vraag gesteld aan een van de 2 kandidaten en wel dhr. Jan Hoeijmakers of hij en dhr. Jan-Willem Lokerman zich hebben gekandideerd voor de functie van directeur.

Het antwoord kwam erop neer dat ik moest begrijpen dat in dit stadium en vanuit zijn positie en verantwoordelijkheid hij daarover geen uitspraak kon doen.

De volgende vraag is dan logischerwijs of hij zich niet kandidaat heeft gesteld.

Ook hier geen antwoord dat duidelijkheid verschaft.

Een aantal andere bronnen bevestigen echter deze kandidaatstelling.

M.a.w. 2 bondsbestuursleden vinden dat zij sterk genoeg zijn om als directeur zoveel kracht en directe sturing te ontwikkelen om ons getormenteerde verbond op te stoten in de vaart der sportbonden.

Met enig sarcasme constateer ik vervolgens dat men blijkbaar die benodigde kracht klaarblijkelijk niet heeft kunnen ontwikkelen binnen het verbondbestuur, maar wel mogelijkheden ziet als directeur. Ik heb en krijg daar grote twijfels bij. Echter het bestuur heeft de volledige vrijheid bij een dergelijke benoeming zelfstandig een besluit te nemen zonder toestemming van de bondsvergadering.

Gezien het proces naar één NHV lijkt mij dit een zeerongewenste ontwikkeling, immers, deze directeur is immers de nieuwe directeur van dat gewenste ene NHV. Hoe kan men deze functionaris benoemen zonder een vorm van overleg met alle andere betrokken partners?

Ik noem dat een vorm van bestuurlijke incest of misschien is dit te rangschikken onder een vorm van cliëntelisme. Vanuit mijn optiek kan een dergelijke handelswijze slechts leiden tot verstoorde onderlinge verhoudingen als een van de heren niet benoemd zou worden.

Hieronder heb ik een gedeelte van mijn toespraak van januari 2008 toegevoegd waarin ik spreek over de rol en positie als persoon in een bestuur. Niet persé een bestuurder van een sportbond maar wat verwacht een lid van een persoon die de mening is toegedaan dat hij/zij de aangewezen persoon is om invulling te geven aan bestuurlijke verantwoordelijkheden.

Wat ik heb geschreven is het ideaal beeld. Zo zou het allemaal moeten of kunnen, maar de materie is altijd nog in de dagelijkse praktijk iets weerbarstiger. Ik heb indertijd weinig of geen negatief commentaar mogen ontvangen, integendeel zelfs.

Misschien vond u het wel best en wilde u samen met het nieuwe bestuur aan de slag welnu…………………we staan er gekleurd op.

Binnen ons verbond zien we bijna een schisma in denken optreden. De stemverhoudingen is bij voorstellen dusdanig dat de uitslag net wel of net niet wordt gehaald. Het gebeurt veelal dat een negatieve uitslag wordt ervaren als een persoonlijke nederlaag en een verwijt aan de “tegenpartij”.

Op deze manier proberen de bondsafgevaardigden en afdelingsbestuurders de koers en de toekomst van ons verbond inhoud te geven. En een ieder gaat na afloop met een ontevreden gevoel naar huis over de gang van zaken.

Mijn vraag aan u allen is simpel: wat wilt u en wat kunt u als verantwoordelijke binnen het verbond bijdragen om de bestuurlijke impasse te doorbreken, wat gaat u ondernemen om persoonlijke vetes te beslechten, welke bijdragen kunt u leveren om de besluitvorming positief te benaderen.

En tot slot welke jonge vrouwen en jonge mannen staan op uw netvlies om het verbond een bestuurlijk jeugdig elan te geven.

De uitdagingen voor ons verbond zijn legio, het is aan u allen om een krachtig signaal af te geven en daadkracht te tonen om te komen tot een “ideaal” verbond.

Wat ik in het verleden binnen het NHV aan werkzaamheden heb verricht, war einmal. Ik kan u wel zeggen dat ik u allen recht in de ogen kan kijken (ondanks de nodige verschillen van inzicht) en dat is voor mij van groot belang. Als u ook bereid bent een ander recht in de ogen te kijken, dan komen we een heel eind.

Het woord is aan u.

Met een zonnige groet uit Z.

agbonsen

“Besturen is balanceren op die evenwichtsbalk van star beleid en wat je uit menselijk oogpunt en vanuit rechtvaardigheid wil.

Uit menselijk oogpunt.

Geachtige aanwezigen, dit is de eerste woordkeuze die aanleiding kan geven tot een stevige discussie.

Uit menselijk oogpunt, wie let waarop en wie houdt de vinger aan de pols en wie beoordeelt de menselijke maat. Welke keuzes maakt men en wat is het dilemma.

Afgelopen week gaf een bijna 60 - jarige collega op mijn school een leerling een schop en bezorgde hem ook een gekleurd oog. Wat te doen? Een dilemma. Uiteindelijk hebben we afscheid van hem genomen.

Wat doet u als ouder als uw zoon of dochter thuiskomt met de mededeling dat hij of zij het leger in wil gaan. En dan heeft u net de laatste ontwikkelingen in Afghanistan op uw netvlies. Een dilemma.

Wat verlangt men van besturen en bestuurders.

U allen bent ook bestuurder binnen dit gremium.

Wanneer is men in de ogen van de leden, van de subsidiegevers, van de werknemers, van de collega-sportbonden en in de ogen van de media een goed bestuurder die met het oog op de financiën, met interesse voor goed werkgeversschap, die een open communicatie voorstaat, eerlijk en integer is, in staat is historische en verantwoorde beslissingen te nemen, consequent is in beleid en optreden, heldere afspraken met vertegenwoordigers van de leden maakt en deze ook nakomt, die de toekomstige ontwikkelingen op technisch gebied weet bij te houden en uit te dragen, die in staat zal zijn het NHV qua ledenaantal zal doen groeien en weet wat er de komende jaren op het gebied van de nieuwe media zich zal aandienen en die bovenal in staat zal zijn een competitie -opzet te maken die 95% van u zal verheugen.

Het is net het dilemma aan het strand: de zee of de wc.

Meer hoef je tegenwoordig als bestuurder niet te doen, dat is alles.

Naast wat hoeveelheid vrije tijd die van je gevraagd wordt.

Dat is alles, meer niet.

Alleen het pluche van de stoel zit vol met naalden.

En dan toch denk ik, ik weet het haast zeker, dat dit nieuwe bestuur, ondanks alle pluspunten die men bezit, de minpunten blijven nog geheim, in de toekomst af en toe voor beslissingen zal komen te staan die ook vorige bestuurders zelf met pijn en moeite moest nemen en die men heeft genomen.

Dat ontken ik niet, daar denk ik ook over na. “