PARITAIRE BEROEPSCOMMISSIE
Verslag van de vergadering van de Paritaire Beroepscommissie van 12 februari 2008 in Vilvoorde.
Aanwezig: Luc Synquintin (Voorzitter) Thierry Demaseure, Mark Wuyts en Christian Lamblotte (secretaris)
Gehoord :
• De Heren Hendrik DUJARDIN (lic. n°65939), Rudi CHERON (lic. n° 68389), Marcel MATTHYNSSENS (lic. n° 43389)
et Pieter DENISSEN (lic. n° 44309) voor Olse MERKSEM HC.
• De Scheidsrechters van de wedstrijd, de heren Serge DE BISSCHOP en Imed KERKENI vergezeld door de heer René BURA (lid van de Paritaire Scheidsrechterscommissie)
De eerste vraag die gesteld dient te worden betreft de toepasselijkheid in deze zaak van het art 354 van de BHB reglementen dat wordt ingeroepen door de scheidsrechter DE BISSCHOP Serge om zijn recht om in beroep te gaan op te baseren tegen de beslissing van de PSC van 10-01-2008.
Er is geen twijfel over het feit dat de SR DE BISSCHOP schade geleden heeft door de niet betwiste agressie door H. Dujardin waarvan hij slachtoffer werd. Daarenboven heeft de SR DE BISSCHOP op impliciete zij het ondubbelzinnige manier uiting gegeven aan zijn voornemen om schadevergoeding te vragen.
De PBC is bij gevolg van mening dat het beroep ontvankelijk is.
Van de andere kant stelt de PBC vast dat zij werd bijeengeroepen op een datum later dan de 30 dagen die bedoeld worden in het art. 134 B van de BHB reglementen. Daar het hier echter enkel gaat over een louter administratieve schikking zonder sanctie, en dat de PBC vaststelt dat geen van beide partijen dit gegeven inroept als zou het zijn/haar belangen schaden, besluit de PBC het beroep van SR DE BISSCHOP ten gronde te behandelen
Wat betreft de grond van de zaak stelt de PBC ten eerste vast dat H. DUJARDIN niet betwist de SR aangevallen te hebben door het toedienen van een slag in het gezicht, al staat hij erop te preciseren dat het geen vuistslag betrof maar een duw met de vlakke hand die de SR geraakt zou hebben aan de linkerkant van de nek en misschien ook het kaakbeen.
Daarenboven haalt speler DUJARDIN aan dat hij geprovoceerd zou zijn doordat de SR hem zou hebben uitgescholden, terwijl de vertegenwoordigers van OLSE Merksem eveneens aangeven dat de SR DE BISSCHOP, vooraleer geslagen geworden te zijn, gespuwd zou hebben in de richting van de speler. Op dit punt stelt de PBC evenwel vast dat de speler deze beweringen tegenspreekt, want de SR zou volgens hem gespuwd hebben terwijl hij viel, dus na de slag. Wat betreft de beledigingen is de PBC van mening dat de verklaringen van de aanwezige getuigen onvoldoende zijn om de echtheid van de beweringen te staven daar het gaat om (gewezen) leden van de club OLSE Merksem.
Volgens de eigen bewoordingen van H. DUJARDIN, bevestigd door de getuige Rudi BOEVE dienen de kwalificatie van de feiten te worden omgezet in “opzettelijk wegduwen”, wat volgens de sanctiecataloog 4.2 aanleiding geeft tot eens sanctie voor “opzettelijk wegduwen” te bestraffen met 12 weken tot 2 jaar
Beslissing :
De PBC hervormt de beslissing van de Paritaire Sportcommissie van 10 januari 2008, en beslist de speler H. Dujardin te schorsen voor 15 maanden, waarvan 10 maanden effectief.
Kosten : ten laste van de BHB